Argumentatio-1

Paragraaf 48

age nunc, refer animum sis ad veritatem et considera non modo in Umbria atque in ea vicinitate sed in his veteribus municipiis quae studia a patribus familias maxime laudentur; iam profecto te intelleges inopia criminum summam laudem Sex. Roscio vitio et culpae dedisse. . ac non modo hoc patrum voluntate liberi faciunt sed permultos et ego novi et, nisi me fallit animus, unus quisque vestrum qui et ipsi incensi sunt studio quod ad agrum colendum attinet, vitamque hanc rusticam, quam tu probro et crimini putas esse oportere, et honestissimam et suavissimam esse arbitrantur.

 

Vertaling

Vooruit dan, keer nu als je wilt weer terug naar de werkelijkheid en bedenk welke bezigheden door de heer des huizes het meest worden geprezen, niet alleen in Umbrië en omstreken, maar ook hier in onze oude provinciesteden. Je zult zeker inzien dat je bij gebrek aan beschuldigingen datgene wat voor Sextus Roscius de hoogste lof was, hem als fout en vergrijp hebt aangerekend. En zonen doen dit niet alleen uit gehoorzaamheid aan hun vaders, maar ik ken er ook heel veel en - tenzij ik mij vergis - ieder van u ook, die zelf warm zijn gaan lopen voor alles wat met landbouw te maken heeft en die dat landleven waarvan jij denkt dat het een reden voor afkeuring en een aanklacht moet zijn, beschouwen als het meest eervol en aangenaam.

his veteribus municipiis: door de toevoeging van het adjectief vetus maakt Cicero van deze zin een klacht over deze tijd: vroeger was alles beter. Maar het goede nieuws is: de goede oude tijd bestaat nog – buiten Rome, op het platteland rondom de stad (his schijnt op de onmiddelijke omgeving van Rome te duiden, zie echter ook §26 voor de beschrijving van de bewoners van Ameria als antiqui).

inopia criminum – summam laudem – vitio et culpae: de beeldende woordvolgorde verduidelijkt hoe het onberispelijke karakter van Roscius junior als het ware wordt omsingeld door de tegenstanders.

summam laudem – honestissimam et suavissimam: de drie superlativi vormen de climax van de lof op de vita rustica van de afgelopen paragrafen.

et ego novi et ... unus quisque vestrum: zie §38 voor de retorische mogelijkheid om aan de common sense van het publiek te refereren om het te overtuigen. Bovendien maakt Cicero door de formulering duidelijk dat hij en het volk eensgezind zijn in hun opvattingen en interesses (zie thema zelfrepresentatie).

sis: = si vis (‘als u wilt’).

quae studia t/m laudentur: indirecte vraagzin (vandaar de coniunctivus) afhankelijk van considera.  

patribus familias: in deze versteende combinatie gebruikt het Latijn doorgaans de archaïsche genitivus familias i.p.v. familiae.

profecto: ‘voorwaar, inderdaad’ (bijwoord); niet te verwarren met het werkwoord proficiscor, profectus sum).

te ... Sex. Roscio vitio et culpae dedisse: ‘dat jij Sextus Roscius als fout en schuld hebt aangerekend’ (zie Pinkster s.v. do 18).

liberi: ‘kinderen’.

unus quisque vestrum: ‘een ieder van jullie’ (vestrum is gen. partitivus van vos); vul in gedachten novit aan.

probro et crimini: dativus als naamwoordelijk deel van het gezegde, bekend als dativus finalis (‘tot schande en beschuldiging’).