Exordium

Paragraaf 8

Quodsi aut causa criminis aut facti suspicio aut quaelibet denique vel minima res reperietur quamobrem videantur illi nonnihil tamen in deferendo nomine secuti, postremo si praeter eam praedam quam dixi quicquam aliud causae inveneritis, non recusamus quin illorum libidini Sex. Rosci vita dedatur. Sin aliud agitur nihil nisi ut iis ne quid desit quibus satis nihil est, si hoc solum hoc tempore pugnatur ut ad illam opimam praeclaramque praedam damnatio Sex. Rosci velut cumulus accedat, nonne cum multa indigna tum vel hoc indignissimum est, vos idoneos habitos per quorum sententias iusque iurandum id assequantur quod antea ipsi scelere et ferro assequi consuerunt? Qui ex civitate in senatum propter dignitatem, ex senatu in hoc consilium delecti estis propter severitatem, ab his hoc postulare homines sicarios atque gladiatores, non modo ut supplicia vitent quae a vobis pro maleficiis suis metuere atque horrere debent, verum etiam ut spoliis ex hoc iudicio ornati auctique discedant? 

Vertaling

Als er een grond voor de beschuldiging, een verdenking voor het gebeurde of zelfs ook maar de kleinst mogelijke zaak wordt gevonden, iets wat voor hen ten minste als aanknopingspunt dient voor het aanbrengen van de aanklacht, kortom als u naast die buit waarover ik gesproken heb nog enige andere grond vindt, dan zullen wij ons er niet tegen verzetten dat het leven van Sextus Roscius aan hun grillen wordt overgegeven. Maar als het er alleen om gaat dat het hen aan niets ontbreekt voor wie niets genoeg is, als nu alleen het twistpunt is of bij die grote en prachtige buit de veroordeling van Sextus Roscius er als kroon op het werk nog bijkomt, is dit dan niet naast talloze andere schandelijke dingen van alles het meest ongepast: dat ze u geschikt achten om door uw eed en uw uitspraak datgene te verkrijgen wat ze voorheen door hun misdadige wapens gewend waren te krijgen? Dat van u die op grond van uw waardigheid uit de burgerij tot senatoren bent verkozen en op grond van uw strengheid vanuit de senaat in dit beraad, door bandieten en gladiatoren niet alleen wordt gevraagd dat ze de straffen ontlopen die ze van u voor hun euveldaden moeten vrezen en beven, maar ook dat ze versierd en overladen met trofeeën uit dit proces wegkomen?

causa criminis ... facti suspicatio ... minima res: tricolon met anticlimax (z. thema stijlfiguren) om de absurditeit van de aanklacht uit te drukken.

nonnihil: dubbele negatie (litotes, z. thema stijlfiguren). Hier benadrukt het stijlmiddel wat Cicero wil zeggen: het proces tegen Roscius is volledig ongegrond. Er is geen reden voor de misdaad, geen verdenking, geen andere kleinste aanleiding - er is nihil (het woord verschijnt opnieuw in de zin beginnende met sin autem).

eorum libidini Sex. Rosci vita dedatur: een subjectieve herformulering van de zin "dat Roscius veroordeeld wordt". Libido geeft, net als nonnihil, aan dat de voorwaardelijke bijzin qua vorm een realis (werkwoorden in het futurum of futurum exactum), inhoudelijk een irrealis is: de drijfveer achter het proces is moreel verwerpelijk: winststreven.

praedam: wordt twee keer gebruikt in deze alinea en benadrukt dit winstbejag des te meer.

ne quid desit quibus satis nihil est: assonantie (zie thema stijlmiddelen): quid desit quibus satis; de korte formulering herinnert aan de stijl van de satire.

nonne ... consuerunt? non modo ... discedant: de twee retorische vragen moeten op het gevoel van de rechters inspelen en zijn dus een pathetisch overtuigingsmiddel. Het pathos wordt versterkt door de superlativus indignissimum.

propter severitatem: severitas, strengheid van de rechters, is hier positief gezien. Dat is verrassend voor een verdediger die vaker een beroep doet op de mildheid van het gerecht. Dit is een teken voor de verdraaide rollen binnen het proces (Cicero is niet alleen verdediger, maar ook 'aanklager', z. §7).

sicarios: een terminus voor moordenaar, zie §11, waar de rechtbank met de officiele term iudicium inter sicarios genoemd wordt.

gladiatores: Cicero gebruikt dit scheldwoord vaker in dit proces voor de tegenpartij, zie bijv. §17 (vetus ac nobilis gladiator) bij de karakterisering van Roscius Capito.

causa criminis: 'grond voor de beschuldiging'; crimen betekent in klassiek Latijn vrijwel altijd  'beschuldiging, aanklacht', uiterst zelden 'misdaad'.

res ... quamobrem: de herhaling van res in het relativum is een beetje merkwaardig: lett. 'een zaak ... om welke zaak', d.w.z. 'een zaak ... waarom'.   

non-nihil: 'niet niets' = 'iets' (litotes)

in deferendo nomine: de uitdrukking nomen deferre betekent 'een naam (aan het gerecht) aanbrengen', d.w.z. iemand aanklagen. Vergelijk het woord delator 'aanbrenger, aanklager'.

secuti: sc. esse; de inf. is afhankelijk van videantur.

sin aliud t/m nihil est: lett. 'Maar als niets anders wordt beoogd dan dat diegenen, voor wie niets genoeg is, niet iets ontbreekt'. Voor agere in de betekenis 'beogen' zie Pinkster s.v. ago 2e.

hoc vel indignissimum: dit wordt uitgelegd in de a.c.i. vos idoneos habitos [sc. esse].

per quorum ... assequantur: de coni. heeft een finale waarde, die moeilijk in het Nederlands is weer te geven: lett. '(dat jullie geschikt zijn bevonden) om door wier gerechtelijke uitspraken en eed dat te bereiken wat zij voorheen zelf met misdaad en zwaard plachten te bereiken'.

Qui ... ab his: het antecedent van Qui is nog steeds vos; de relatieve bijzin wordt hernomen met his ('Jullie die ..., van déze mensen nu ...')

hoc postulare homines sicarios atque gladiatores: de a.c.i. is afhankelijk van hoc vel indignissimum. hoc is een voorlopig object dat wordt uitgewerkt in de ut-zinnen die volgen (non modo ut ..., verum etiam ut ...).