Argumentatio-1

Paragraaf 72

etenim quid tam est commune quam spiritus vivis, terra mortuis, mare fluctuantibus, litus eiectis? ita vivunt, dum possunt, ut ducere animam de caelo non queant, ita moriuntur ut eorum ossa terra non tangat, ita iactantur fluctibus ut numquam adluantur, ita postremo eiciuntur ut ne ad saxa quidem mortui conquiescant. tanti malefici crimen, cui maleficio tam insigne supplicium est constitutum, probare te, Eruci, censes posse talibus viris, si ne causam quidem malefici protuleris? si hunc apud bonorum emptores ipsos accusares eique iudicio Chrysogonus praeesset, tamen diligentius paratiusque venisses.

 

Vertaling

Want wat is er zo gewoon als lucht voor de levenden, aarde voor de doden, de zee voor wie op de golven deint en de kust voor wie uit zee aanspoelen? De moordenaars leven zolang ze dat kunnen, zonder buitenlucht te kunnen inademen, ze sterven zonder dat hun beenderen de aarde raken, ze worden door de golven heen en weer geslingerd zonder dat het water tegen hen aan klotst en ten slotte worden ze aan land geworpen zodat ze na hun dood zelfs niet op de rotsen kunnen rusten.

De aanklacht voor een zo grote misdaad, waarvoor zo’n buitengewone straf is bepaald, die denk jij, Erucius, dus te kunnen bewijzen aan mannen van zulk kaliber, wanneer je zelfs geen grond voor het misdrijf aanvoert? Zelfs als je hem bij de opkopers van de goederen zelf zou hebben beschuldigd en als Chrysogonus dat proces zou hebben voorgezeten, dan zou je toch aanzienlijk beter voorbereid zijn gekomen.

De eerste helft van deze alinea heeft Cicero later in zijn werk Orator (dat hij in 46 v.Chr. schreef) een jeugdzonde genoemd wegens de zeer pathetische stijl.

ita vivunt – conquiescant: de symbolische waarde van de vier elementen, die in §71 benoemd waren en die met de straf verbonden werden (caelum, sol, acqua en terra), wordt hier uitgelegd.

vivis – vivunt; mortuis – moriuntur; fluctuantibus – iactantur fluctibus; eiectis – eiciuntur: de herhaling van de werkwoorden (soms met lichte variatie) die in de eerste zin participia in de dativus en in de tweede zin volledige predicaten zijn, geeft de zin een heldere parallelie, maar versterkt ook het pathos.

malefici – maleficio - malefici: drievouduge woordherhaling met polyptoton (zie thema stijlfiguren); de term maleficium was al op opvallende wijze in §62 en 68 geïntroduceerd.

emptores – Chrysogonus: Cicero voert een hypothetische rechtbank op waarbij de mensen die het grootste profijt van een veroordeling van Roscius zouden hebben, als juryleden zouden fungeren. Met deze opmerking bekritiseert hij opnieuw Erucius’ pleidooi als bijzonder slecht voorbereid (zie bijv. §59) en brengt hij opnieuw Chrysogonus in herinnering – bij wijze van spreken een muzikaal leitmotiv dat nooit helemaal vergeten mag worden (hij werd voor het laatst in §60 genoemd).