Argumentatio-2

Paragraaf 91

verum, ut fit, multa saepe imprudentibus imperatoribus vis belli ac turba molitur. dum is in aliis rebus erat occupatus qui summam rerum administrabat, erant interea qui suis volneribus mederentur; qui, tamquam si offusa rei publicae sempiterna nox esset, ita ruebant in tenebris omniaque miscebant; a quibus miror ne quod iudiciorum esset vestigium non subsellia quoque esse combusta; nam et accusatores et iudices sustulerunt. hoc commodi est quod ita vixerunt ut testis omnis, si cuperent, interficere non possent; nam, dum hominum genus erit, qui accuset eos non deerit; dum civitas erit, iudicia fient. verum, ut coepi dicere, et Erucius, haec si haberet in causa quae commemoravi, posset ea quamvis diu dicere, et ego, iudices, possum; sed in animo est, quem ad modum ante dixi, leviter transire ac tantum modo perstringere unam quamque rem, ut omnes intellegant me non studio accusare sed officio defendere.

 

Vertaling

Maar zoals dat gaat brengen het geweld en de verwarring van de oorlog veel teweeg waar de aanvoerders geen weet van hebben. Terwijl degene die de staatszaken leidde door andere dingen in beslag genomen werd, waren er ondertussen anderen die ‘hun eigen wonden verzorgden’, die alsof er een eeuwigdurende nacht over de staat uitgegoten was, in het duister tekeergingen en alles overhoop haalden. Het verbaast me dat ze niet om elk spoor van de gerechten uit te wissen ook de zitbanken hebben verbrand, want aanklagers en rechters hebben ze uit de weg geruimd. Maar gelukkig hebben ze zich zo uitgeleefd dat ze zelfs als ze dit gewild hadden, niet alle getuigen hadden kunnen doden. Want zolang er mensen zijn, zal het aan mensen die hen aanklagen niet ontbreken, zolang er een staat is zullen er processen zijn. Maar zoals ik al eerder zei, niet alleen Erucius zou net zolang kunnen spreken als hij maar wilde, wanneer hij in dit proces die dingen zou hebben die ik genoemd heb. Ook ik kan dat, heren rechters. Maar ik ben van plan om, zoals ik hiervoor al heb gezegd, de dingen vluchtig te behandelen en elk afzonderlijk punt maar kort aan te stippen, zodat iedereen snapt dat ik hier niet overijverig aanklaag maar uit plichtsbesef verdedig.

imprudentibus imperatoribus: sterke alliteratie met homoioteleuton (zie thema stijlfiguren). Met deze opvallende formulering verontschuldigt Cicero Sulla (zie context).

erant interea qui: een bewust vage formulering over wie precies zich schuldig heeft gemaakt door tijdens de proscriptie zijn persoonlijke vijanden (volgens Cicero zonder dat Sulla het wist) aan de lijsten toe te voegen. Natuurlijk weet het publiek ondertussen dat het Chrysogonus moet zijn die de Titi Roscii heeft aangestuurd, maar de formulering laat de mogelijkheid open dat er nog meer mensen betrokken waren die voor deze specifieke zaak van minder belang zijn (zie ook §94).

tamquam si offusa rei publicae sempiterna nox esset: de crisis in de staat wordt als een eeuwige nacht, een soort dood van de republiek, gezien. tamquam geeft aan dat de metafoor gedurfd is. Het is een zeer ongebruikelijke metafoor, zoals te lezen valt bij de 4e eeuwse retoricaleraar Marius Victorinus.

nam, dum … fient:  in algemene termen geformuleerd argument (een thesis, zie thema stijlfiguren).

erit – non deerit: de herhaling van het werkwoord (in het tweede geval met een litotes, zie thema stiljfiguren) versterkt deze bijna pathetische claim dat de staat zich altijd zal verdedigen tegen aanvallen van mensen zoals de Titi Roscii.

ut coepi dicere: met een ringcompositie keert Cicero terug naar het begin van de kleine digressio (zie §87).

leviter: deze term gebruikt Cicero in een kennelijk contrast met de meer bombastische spreekstijl van Erucius (§89 te iactares)

imprudentibus imperatoribus: bedoeld is natuurlijk Sulla die hier niet bij naam genoemd wordt. Dat deze niet betrokken was bij de zaak, heeft Cicero ook in §21 en §25 door imprudente Sulla aangegeven. Het is belangrijk voor Cicero om Sulla (soms bijna kunstmatig) buiten schot te houden, want hij wilde de dictator natuurlijk niet als vijand hebben.

suis vulneribus mederentur: deze metafoor slaat waarschijnlijk op mensen met veel schulden die de proscripties misbruikten voor eigen gewin.

civitas – iudicia: Cicero stelt dat een staat zijn recthbanken altijd zal beschermen. De term civitas benadrukt dat het echt om de staat van burgers gaat, waarin elke civis het recht heeft een ander aan te klagen en zich te verdedigen.

non studio accusare sed officio defendere: Cicero benadrukt nog eens dat hij niet overijverig een spectaculaire aanklacht wil voeren en dat hij liever wil verdedigen dan aanklagen, zie §83.

imprudentibus imperatoribus: abl. absolutus.

suis vulneribus mederentur: mederi (deponens) regeert de dativus.

offusa ... esset: offundere (+ dat.) betekent ‘uitspreiden over’ of ‘overdekken’.

miscebant: hier, zoals vaak, niet ‘mengen’ maar ‘verwarren, in beroering brengen’; denk bijvoorbeeld aan een heldere vijver die troebel wordt door erin te roeren.

a quibus: te verbinden met de a.c.i. (afhankelijk van miror) non subsellia quoque esse combusta.

ne quod: nach si, nisi, ne und num, fällt der kleine ali um!

quamvis diu: ‘zo lang als u wilt’.

unam quamque rem: zie Pinkster s.v. unus-quisque