Exordium
Paragraaf 2Quid ergo? Audacissimus ego ex omnibus? Minime. An tanto officiosior quam ceteri? Ne istius quidem laudis ita sum cupidus ut aliis eam praereptam velim. Quae me igitur res praeter ceteros impulit ut causam Sex. Rosci reciperem? Quia, si qui istorum dixisset quos videtis adesse, in quibus summa auctoritas est atque amplitudo, si verbum de re publica fecisset, id quod in hac causa fieri necesse est, multo plura dixisse quam dixisset putaretur.
Vertaling
Wat betekent dat? Ben ik de dapperste van allemaal? Echt niet! Of ben ik zoveel plichtsgetrouwer dan de anderen? Ook die lof hoef ik niet zo nodig dat ik die anderen zou willen ontnemen. Wat is dan mijn drijfveer om meer dan anderen de zaak van Sextus Roscius op me te willen nemen? Dat is de volgende: als iemand van degenen met het hoogste gezag en aanzien die jullie hier aanwezig zien, iets over politiek zou hebben gezegd (en in deze zaak is daar geen ontkomen aan), dan zou men er veel meer in horen dan hij daadwerkelijk had gezegd.
audacissimus ... officiosior: voortbordurend op audent en officium in §1b (zie commentaar aldaar). Opnieuw gebruikt Cicero ego, hier direct naast het woord audacissimus. Merk op dat audax ('met lef') hier in positieve zin gebruikt wordt; later in de speech gebruikt Cicero het woord vaak in negatieve zin om de tegenstanders te karakteriseren (zie commentaar bij §7).
quid ergo: de drie retorische vragen zetten de gedachte uit §1a voort die met mirari was uitgedrukt. Cicero bouwt spanning op bij het publiek: waarom toch zou hij het aandurven te spreken?
Quia, si qui ... putaretur: een ook voor Romeinse luisteraars omslachtige zin met veel ondergeschikte zinsdelen en veel betrekkelijke voornaamwoorden. De structuur maakt Cicero's schijnbare aarzeling hoorbaar om uit te spreken dat het volgens hem om een politiek proces gaat; zie voor de politieke achtergrond thema Sulla.
dixisset ... dixisse ... dixisset: drievoudige herhaling (repetitio) van het woord ‘spreken’, zie thema stijlfiguren; het klankeffect wijst weer op het belang van spreken binnen de zelfpresentatie van Cicero. Hij spreekt, anders dan de andere oratores; zie thema zelfrepresentatie. Het woordcluster dicere zet zich in §3 voort.
si verbum de re publica fecisset: Cicero bereidt de luisteraars erop voor dat hij verderop in de verdediging van de moordzaak een aanklacht tegen de tegenpartij en uiteindelijk ook tegen de politieke toestanden zal maken, cf. §7 ego contra brevem postulationem affero.
audacissimus ego: vul aan sum.
ne ... quidem: 'zelfs niet ...'
istius laudis: gen. bij cupidus ('begerig naar ...')
aliis: dat. bij praereptam.
si ... dixisset, si ... fecisset, ... putaretur: irrealis van het verleden (coni. plusquamperf.) en het heden (coni. imperf.).
multo plura dixisse quam dixisset putaretur: lett. '(dan) zou hij worden gemeend veel meer gezegd te hebben dan hij had gezegd' (n.c.i.) oftewel 'dan zou men menen dat hij veel meer had gezegd dan hij had gezegd'.