Proscriptie

De term proscriptio, letterlijk schriftelijke bekendmaking, kreeg in de late Republiek de bijzondere betekenis van vogelvrij verklaring. Er werd een lijst gepubliceerd met namen van personen die als vijand van de staat werden beschouwd. Zij verloren hun burgerrecht, en hun vermogen werd geconfisqueerd. Met name Sulla heeft hiervan op grote schaal gebruik gemaakt.

 In 82 v.Chr., toen hij dictator was geworden, vaardigde Sulla een edict uit waarin hij de aanhangers van Marius vogelvrij verklaarde. De genoemde personen mochten straffeloos gedood worden, er werd zelfs een beloning uitgeloofd aan diegene die zo iemand gedood had. Er werd 12.000 denarii per hoofd betaald, letterlijk: de hoofden werden in Rome tentoongesteld. Begrafenis en rouwbeklag waren verboden. Hulp aan vogelvrijverklaarden werd met de dood bestraft. Volgens Appianus, Bellum civile 1.11.95, bevatte de lijst de namen van 40 senatoren en 1600 equites.

Het vermogen van vogelvrijverklaarde personen werd van staatswege geveild. Een openbare verkoop van iemands vermogen was op zichzelf niet bijzonder: dit gebeurde ook altijd in geval van faillissement. Het verschil was echter dat een failliete boedel aan diegene werd toegewezen, die het hoogste percentage bood voor het betalen van de schulden. Bij verkoop op grond van proscriptie kon degene aan wie het vermogen werd toegewezen veelal volstaan met betaling van een klein bedrag als koopsom. Schulden werden uiteraard niet meer betaald. De opkopers, sectores, knipten zo’n vermogen op en verkochten dan de afzonderlijke delen op een volgende veiling.

 Omdat het edict slechts beperkte tijd gold, namelijk gedurende zijn ambtsperiode als dictator, loodste Sulla daarna ook een wet door de volksvergadering waarin hij de proscriptie opnieuw regelde. Deze lex Cornelia de proscriptione of wellicht beter de hostibus rei publicae gaf immuniteit aan diegenen die een vogelvrijverklaarde persoon had vermoord of nog zou vermoorden. Bovendien werd bepaald dat de kinderen en kleinkinderen van de vogelvrijverklaarden geen magistraatsfuncties mochten bekleden. Op de openbare verkoop van vermogens op grond van proscriptie werd een tijdslimiet gesteld, namelijk 1 juni 81; deze gold waarschijnlijk niet voor de proscripties als zodanig. De lex Cornelia over proscriptie is pas in 49 v.Chr. buiten werking gesteld, bij de lex Antonia.

 

Literatuur :
F. Hinard, Les proscriptions de la Rome républicaine, Rome 1985.
O.F. Robinson, Penal Practice and Penal Policy in Ancient Rome, London 2007, pp. 37-40.

Printbare versie Proscriptie